Colli Orientali del Friuli

De D.O.C. Friuli Colli Orientali (of D.O.C. Colli Orientali del Friuli) bevindt zich in een gebied dat de bergachtige zone van de provincie Udine omvat, dicht bij de grens met Slovenië en Oostenrijk. In het noorden omvat het de gemeenten Tarcento, Nimis, Povoletto, Attimis en Faedis. In het oostelijke gebied bevinden zich de plaatsen San Pietro al Natisone, Prepotto, Premariacco, Buttrio, Manzano, San Giovanni al Natisone en Corno di Rosazzo.

De oorsprongsbenaming, die in 1970 werd ingesteld, strekt zich uit over een reeks heuvels aan de rand van de vlakte van Udine, van Buttrio in het zuiden tot Tarcento in het noorden. De wijngaarden, meestal aangelegd op terrassen, beslaan een gebied van 2100 hectare op bodems van kalkhoudende mergel en zandsteen, op een hoogte tussen 100 en 350 meter boven zeeniveau. Deze ligging, dicht bij de Julische Voor-Alpen, beschermt het gebied tegen de koude noordenwinden en samen met de zachte zeewind van de Adriatische Zee creëert het een ideaal microklimaat voor wijnbouw.

De wijnen die worden geproduceerd in de oostelijke heuvels van Friuli zijn van uitzonderlijke kwaliteit. Dit is te danken aan een zeer rijke terroir, dankzij de combinatie van bodem, klimaat en druivenras. De gunstige klimatologische omstandigheden hebben het mogelijk gemaakt om al sinds onheuglijke tijden inheemse druivenrassen te cultiveren in Colli Orientali, evenals de aanpassing van enkele internationale variëteiten.

De D.O.C. Colli Orientali del Friuli heeft vier subzones: Subzone Refosco di Faedis, Subzone Cialla, Subzone Schioppettino di Prepotto, Subzone Ribolla Gialla en Pignolo di Rosazzo.

De inheemse druivensoorten die worden verbouwd in de D.O.C.