De trossen zijn middelgroot, compact en cilindrisch van vorm. De bessen zijn middelgroot, bolvormig en blauwgrijs van kleur. De kleurintensiteit is gemiddeld en toont een balans tussen zuurgraad en alcohol. Het is een zeer zoete variëteit, met aroma's van rijpe, bijna ingedroogde druiven en een krachtige, fruitige smaak. In zeer warme jaren levert het tanninerijke wijnen met een hoog alcoholgehalte op. Rijping op vat verzacht de tannines. Afhankelijk van de regio kan het karakteristieke en specifieke smaken bieden. Het wordt vaak gemengd met andere variëteiten om de wijn karakter te geven en zijn houdbaarheid te verlengen. Ook de koolzuurmaceraties van Monastrell zijn zeer interessant.
Origen
Deze rode druivensoort groeit in alle warme gebieden van de wereld (men zou kunnen zeggen dat het een "zomerse" soort is). In Spanje is het vooral overvloedig aanwezig in Alicante, Valencia en Murcia (met name relevant in de DD.OO. Jumilla, Yecla, Almansa en Alicante). In Frankrijk wordt het aangetroffen in de meest zuidelijke gebieden.
Zwakheden
Gevoelig voor droogte, mijten en oïdium en meeldauw.