De plant heeft grote, vijflobbige bladeren. De trossen zijn groot en compact, met grote, ronde bessen van zwartblauwe kleur. Ze zijn zeer tanninerijk en hebben een hoog zuurgehalte, wat de wijnen een goede bewaarmogelijkheid geeft. Door de late rijping vormen zich soms ruwe, bittere, plantaardige tannines, waardoor rijping op hout of een blend met andere druivensoorten (zoals met Tempranillo of Garnache) wordt aanbevolen. De wijnen zijn over het algemeen enigszins moeilijk, ze moeten eerst "getemd" worden.
Origen
Het gaat om een druivensoort die over de hele wereld wordt verbouwd. Oorspronkelijk komt ze uit Cariñena (Aragón). Dominante soort in de Catalaanse wijnen, maar wordt ook gebruikt in de Rioja en Aragón.
Zwakheden
Zeer productieve variëteit. Zeer gevoelig voor echte meeldauw.